Zelfbediening

 
Het enorme wit met blauw gestreepte overhemd schuift langs de balie. Er onder omhult de kolossale corduroy broek ruimschoots de massa van billen en buik. Korte dikke vingers duwen het dienblad zorgvuldig langs de vitrine van het zelfbedieningsrestaurant. Een zwarte alpinopet bedekt zijn grote hoofd. Hij keurt de glazen karnemelk, pakt er één, ruikt eraan en zet het op zijn blad. Hij neemt een kop soep en betast de broodjes. Hij kiest er twee. Hij kijkt om. Een baard van een week vormt een grijs waas op zijn rode gezicht. Kleine ogen inspecteren snel de omgeving.
Soepel laat de linkerhand een gekoeld blikje bier in zijn broekzak verdwijnen. Even later volgen twee mandarijnen.
Hij haalt de hand uit zijn zak en steekt de pink in zijn oor. Hij draait de pink stevig rond en veegt hem af aan zijn broek.
Bij de kassa vraagt hij: 'En wat is de schade jongedame?'
'Zeven euro 65, meneer,' zegt het meisje.
'Trouwens een schande dat jullie geen Budweiser hebben. Wil je dat doorgeven aan je baas?'
Hij graait in zijn rechter broekzak en haalt er een berg munten en enkele biljetten uit. Hij geeft een briefje van twintig euro.
'Kan je bij de twaalf euro 35 die je teruggeeft, twee briefjes van vijf doen?' vraagt hij.
Het meisje slaat twintig euro aan op de kassa en op haar scherm verschijnt: 12,35 terug.
'Hoe wist u dat?' vraagt ze en geeft hem het muntgeld en twee briefjes van vijf.
'Hoofdrekenen kindje,' zegt hij en snuift luidruchtig.

© Dick van den Berg