Warme appeltaart

 
Via het taartenwinkeltje verlaat ik Dudok. In het grandcafé heb ik mezelf getrakteerd op warm appelgebak met kaneelijs en slagroom. Ik loop richting Binnen Rotte.
Een vrouw met een blindenstok komt me tegemoet. Al zwaaiende bestrijkt ze met haar stok het hele trottoir. Ik probeer haar te ontwijken. Ineens laat ze het zwaaiwapen vallen, waggelt op me af, vliegt me om de nek en begint me heftig op de mond te zoenen.
Een weeïg parfum teistert mijn neus.
Even abrupt laat ze me weer los. Ze doet een paar wankele stapjes achteruit. Haar oogleden zijn gesloten. Haar haar is beschaafd rood geverfd. Ze draagt een zwart leren jasje op een geruite broek. Een tikje mollig is ze. Om een kwalificatie van wijlen mijn oudoom Jaap te gebruiken: Dat moet vroeger een mooie meid zijn geweest.
Ze schuifelt wat heen en weer met haar voeten zonder echt van plaats te veranderen. Om haar mond verschijnt een flauwe glimlach.
O, nee hè... Ze springt weer tegen me op. Slaat haar armen om mijn hals, klemt haar benen om mijn heupen en overdekt mijn gezicht met kussen.
Mijn armen hangen slap langs mijn lijf. Ik zou haar van me af moeten duwen. Of anders mijn handen onder haar billen moeten samenvouwen, zodat ze niet zakt.
'Bertje!' Ze bijt in mijn oorlel.
'Ik ben... Bertje... niet,' stamel ik.
Als een blok valt ze langs mijn lijf op de grond. Moeizaam trekt ze zich aan mijn jack weer omhoog.
'Ik dacht aan je stap te horen dat je...' In een flits kijkt ze me aan, dan zakken haar oogleden weer. 'Mijn stok?'
Ik raap hem op.
Ze gooit haar hoofd naar achter en snuift luidruchtig. 'Ze zijn bij Dudok appeltaart aan het bakken. Mmm, warme appeltaart. Ik krijg trek.' Ze haakt haar arm in de mijne. 'Zullen we?'

'Ik ben stout. En niet blind.' Met een papieren servet veegt ze de slagroom van haar mondhoeken.
'Mooi is dat,' mompel ik boven mijn tweede appelpunt van de dag. Weer met slagroom. En kaneelijs.
'Geen man kan een blinde, sexy vrouw weerstaan.' Ze knippert met haar ogen en tuit haar mond. 'Altijd succes.'
'Gefeliciteerd.'
Ze buigt zich voorover naar mij. 'Ik wil alles wat niet mag,' zegt ze hees.
'Deze man ook,' fluister ik schor terug. Ik wenk de ober. 'Nog een warme appelpunt, met extra veel slagroom en kaneelijs.'

© Ees de Winter