Vogelhuisje
foto: Joke Tacoma
Klik hier voor groter...

Vogelhuisje

 
Al twintig jaar heb ik een vogelhuisje. Door mijn vader gemaakt, bedoeld voor pimpelmezen. Het was lastig samenwonen. Het huisje hing aan het kozijn van mijn kleine studentenkamer en pimpelmezen zijn schichtig. Het heeft me jaren en vele uren geduld gekost voordat ik de eerste pimpelmees gefotografeerd heb.
Bij verhuizingen is het vogelhuisje steeds meegegaan. Zo kwam het na Amsterdam in Eindhoven. Daar was mijn kamer groter, tot genoegen van de vogeltjes. Dat mens kwam zo tenminste niet te dichtbij. Wel ging er iets mis met de hygiëne. Op een goede dag vlogen de meesjes uit en zaten er allemaal zwarte stipjes op het huisje. Toen ik het balkon opstapte voor een nadere inspectie zaten die zwarte stipjes plotseling allemaal op mij. Vogelvlooien. Daar komt de gemeentereiniging niet voor, heb ik toen geleerd. Mijn reiniging van het huisje was dermate grondig dat de mezen er jarenlang niet in hebben genesteld.
Om zich het huisje eigen te maken slapen de mezen er vanaf het najaar in. In januari beginnen ze met de grote schoonmaak. Ze tikken met hun snavel bij het gaatje in het huisje. Dat gaat de hele dag door. Na verloop van jaren wordt het gaatje steeds groter. Dat betekent dat het gaatje ook geschikt wordt voor koolmezen. Die zijn groter. Maar pimpelmezen zijn fanatieker. De strijd is voor mijn raam uitgevochten. Een tweede huisje hielp niet, daar wilden geen van beide paren in. Eerst wonnen de pimpelmezen, naarmate het gaatje groter werd wonnen de koolmezen.
Nu woon ik in Rotterdam, met een woonkamer op het zuiden. Het huisje hangt weer aan het kozijn. Dat is lastig voor de mezen, want het kan er knap warm worden. Tijdens het broeden steekt het kopje van de mees uit het gaatje om wat frisse lucht te happen. Eenmaal was het zo heet dat het hele nageslacht is gestoofd.
Meestal gaat het gelukkig goed: dan vliegen de jongen ongeschonden uit. In hun val van zeshoog naar beneden lukt het ze om te leren vliegen, zodat ze rond tweehoog landen en daar op het balkon gaan zitten piepen. Pa of ma brengt nog een rupsje, maar dan moeten ze het alleen zien te redden. Ze komen niet meer terug in het huisje, het moet allemaal in één keer goed.
Op de begane grond hebben de buren een kat. Gelukkig weet ik niet wat er met de mezen gebeurt als ze eenmaal uitgevlogen zijn.

© Joke Tacoma

maart 2004