Uniseks

 
Een forse vrouw loopt de trap van de tribune op. Aandachtig kijkt ze naar de rijnummers. Op zo'n tien meter wordt ze gevolgd door een grote gezette man, die nonchalant om zich heen kijkt. De vrouw stopt voor de rij waar Ria en ik zitten. Enthousiast wenkt ze naar de man. Dan struint ze op ons af. Ze ziet er stoer uit in haar bordeauxrode broek met daarop een crèmekleurige blouse die bedrukt is met pastelkleurige rondjes, blokjes, driehoekjes en streepjes. Het openstaande boord heeft opvallend lange punten. Haar steile haar is kort geknipt en staat alle kanten op. Ze knikt naar ons en gaat naast mij zitten.
De grote zaal van de Doelen loopt vol voor de Feestelijke Proms. Ook de orkestleden nemen hun plaats in en stemmen hun instrumenten. Er staan vier werken op het programma, waaronder De nachtegaal van Loevendie. Meesterverteller Kees van Kooten vertelt het Chinese sprookje begeleid door het Rotterdams Philharmonisch orkest.
De vrouw staart naar mijn spijkerbroek. 'Bent u een fan van Kees van Kooten?' vraagt ze.
'Ja,' antwoord ik.
'Ik ook,' zegt de vrouw. 'Ik volg hem al sinds de jaren zeventig.' Dan passeren alle typetjes die Van Kooten heeft gedaan de revue. Ze ratelt aan een stuk door. 'Ik vind de vieze man het leukst,' zegt ze. 'En u?'
'Wethouder Hekking, maar eigenlijk houd ik meer van zijn verhalen en columns.'
Ze houdt niet van lezen. Giechelend beschrijft ze een scène waarin de vieze man een hoofdrol speelt. Ze zwijgt pas als het Philharmonisch een Japans werk begint te spelen.
Na de uitvoering van het muziekstuk, verdwijnt de dirigent onder luid applaus door een deur naast het podium. Het duurt even voor hij weer terug komt, met in zijn kielzog, Kees van Kooten. Het publiek begint weer te klappen. Mijn buurvrouw schokt. Ze slaat de handen voor haar gezicht.
'O, o,' kreunt ze.
Op zijn tenen slalomt Van Kooten tussen de musici door, om uit te komen bij een lessenaar die vlak naast de verhoging van de dirigent staat.
'Vreselijk,' lispelt de vrouw.
Van Kooten bladert in de papieren op de lessenaar, neemt een slokje water en bestudeert dan met het hoofd in de nek de nok van de concertzaal.
De vrouw schuift onrustig heen en weer op haar stoel.
De dirigent spreidt zijn armen. Wijst met zijn stokje. Het licht wordt gedimd. Het orkest zet in.
Nu zie ik het. Kees van Kooten is gekleed in een bordeauxrode pantalon. Met daarop een crèmekleurig overhemd bedrukt met pastelkleurige rondjes, blokjes, driehoekjes en streepjes. Het openstaande boord heeft opvallend lange punten.
De echtgenoot van de vrouw legt zijn vlezige hand op haar bordeauxrode knie. 'Joh,' zegt hij, 'je hebt uniseks met Kees van Kooten.'

© Ees de Winter

maart 2004