Toetsen

 
Meer dan dertig jaar geleden zat ik in de hoogste klas van de lagere school. De Paul-Krügerschool te Rotterdam. Ik had goede rapportcijfers. Toch raadde het schoolhoofd, de heer Barendregt, mijn ouders aan om mij naar de Lagere Technische School te sturen, zoiets als de laagste niveaus van het huidige VMBO. In die tijd respecteerde men de mening van het schoolhoofd. Kort voor de aanmelding vroeg mijn onderwijzer, zijn naam was geloof ik Groenewegen, naar welke middelbare school ik ging. Hij vond dat ik naar de MAVO kon, wat nu de theoretische leerweg van het VMBO is. Via de MAVO, vierde klas HAVO en het Atheneum studeerde ik uiteindelijk af als wiskundig ingenieur aan de Technische Universiteit van Delft.
Het lage schooladvies was mogelijk ingegeven door het beroep van mijn vader. Die was loodgieter. Of misschien had het schoolhoofd een hekel aan mij. Of misschien wel allebei. Met een onafhankelijke toets was ik wellicht direct naar het Atheneum gegaan.
In Rotterdam deed dit jaar één op de vijf leerlingen niet aan de Citotoets mee, op sommige scholen zelfs twee op de vijf niet. Volgens hun basisschool zijn deze kinderen alleen geschikt voor de laagste VMBO niveaus. Op deze manier verhogen de scholen hun gemiddelde Citoscore. Maar ik ken in mijn eigen omgeving twee kinderen die een voorlopig VMBO advies kregen, op de Cito-toets uitstekend scoorden en nu op het Gymnasium zitten. Ieder kind moet, naast het advies van de leerkracht, via een onafhankelijke toets kunnen laten zien wat hij of zij kan. Want door vooroordelen, een hekel aan iemand hebben, of door pure onkunde, vergissen scholen zich af en toe behoorlijk.
Met mijn MAVO-diploma ben ik destijds nog bij de heer Barendregt op bezoek geweest. Hij feliciteerde me met mijn hoge eindcijfers. Het is soms jammer dat je iemands gedachten niet kunt lezen.

© Adrie Kuil

februari 2006