Thuisblijven

 
Ik sta voor de caravan op de camping in het zuiden van Frankrijk. Moe van de lange reis. De zon schijnt, het uitzicht op de omringende heuvels is geweldig en van alle kanten komt het geluid van krekels. De vakantie kan beginnen.
Maar wat krijgen we nou? Wat doet mijn zoon daar? Hij is aan het voetballen. Heb ik daar die lange reis voor gemaakt? Zodat hij kan gaan voetballen? Dat doet ie thuis iedere dag al! En mijn dochter? Die speelt tafeltennis. Ja, hallo zeg, heb ik daar meer dan duizend kilometer voor gereden? Er staan twee tafeltennistafels op nog geen minuut lopen van ons huis! En wat doet mijn vrouw? Zit op haar dooie gemak te lezen. In zo'n nietszeggend vrouwenblad. Dat kan ze thuis toch ook?
'Kom op, we gaan de omgeving verkennen.
...
Hoezo hebben jullie geen zin?
...
Maar dat kan in Rotterdam ook!
...
Daar heb ik toch geen twaalf uur voor in de auto gezeten?
...
Je kunt thuis iedere dag op die spelcomputer spelen!
...
Na de vakantie kun je volop met je vriendinnetjes spelen!
...
Dat is erg zeg, dat je niet naar je favoriete soaps kunt kijken!'
...
Weet je wat? Volgend jaar blijven we lekker thuis.'

© Adrie Kuil

augustus 2004