Osgood en Schlatter

 
Ik had nog nooit van ze gehoord, van de heren Osgood en Schlatter. Hun namen deden me denken aan andere duo's. Vroom & Dreesmann, van de V&D warenhuizen. Jansen & Janssen, de klunzige speurders uit de Kuifje strips. Peppi & Kokki, het komische duo.
Ik zat met mijn zoon van twaalf bij de huisarts, dus een komisch duo zou het wel niet zijn. Sinds de voetbaltraining voelde hij pijn onder zijn linkerknie. De arts onderzocht zijn been, vond de plaats van de pijn en haalde een schematische tekening van een knie te voorschijn. En daar stond het onder punt 5: het syndroom van Osgood-Schlatter, genoemd naar de medici die het in 1903 onafhankelijk van elkaar hadden ontdekt. De arts legde uit dat de kniepees vast zit aan een verdikking net onder de knieschijf. Tijdens de groei raakt die verdikking sneller overbelast, wat dan een zwelling veroorzaakt die een pijnlijk gevoel geeft.
Iedere werkdag een paar kilometer fietsen van en naar school, twee keer per week gym en twee keer per week een voetbaltraining. Dan ook nog eenmaal per week een voetbalwedstrijd, pleintjesvoetbal en de wedstrijden met het KNVB selectieteam. Het was de linkerknie allemaal te veel geworden. Of zoals mijn oma altijd zei: 'Overal waar het woordje "te" voor staat, is niet goed.'
Volgens de arts viel er niet veel aan te doen: 'rust nemen en minder sporten, dan gaat het vanzelf over. Na een paar maanden.'
'En uw zoon kan voorlopig beter geen wedstrijden spelen,' voegde hij er nog aan toe.
Beteuterd namen wij afscheid van de arts.
Ik wou dat ik nooit van ze gehoord had, van die Osgood en die Schlatter.

© Adrie Kuil

januari 2007