Opvoedpolitie

 
Het is allemaal onze schuld. Wij ouders van de jaren zestig en zeventig hebben onze kinderen zo opgevoed, dat zij - de huidige generatie jonge ouders - hun eigen kinderen niet aankunnen. Vandaar al die opvoedprogramma's op de televisie. De Amerikaanse nanny, de Nederlandse Eerste Hulp Bij Opvoeden.

In die programma's worden alle maatregelen opnieuw uitgevonden, die wij ooit juichend aan de kant hebben gezet. Een stout kind moest vroeger 'in de hoek staan'. Schande, vonden wij in 1975. Een kind dat zijn bord niet leeg at, kreeg geen toetje. Bespottelijk, zeiden wij in navolging van het toen beroemde opvoedboek van dokter Spock.

De nanny op televisie zet het stoute kind in de hal of op de trap. Het kind dat zijn bord niet leeg eet krijgt geen toetje. Het kind dat niet wil slapen mag niet in slaap vallen in het grote bed van zijn ouders. Ouders moeten één lijn trekken, laten ze het niet wagen om het oneens te zijn over de opvoedingsmethoden. Consequent zijn. Nooit toegeven.

Alsof we terug zijn in 1900. De volgende stap is dat kinderen weer 'u' moeten zeggen tegen hun ouders.
'Kinderen mag je wel zien, maar niet horen'.
'Altijd met twee woorden spreken.'
'Jouw wil staat achter de deur.'
Gevleugelde woorden uit een voorbij tijdperk. Daar hebben wij onze kinderen, die nu worstelen met hun eigen kroost, inderdaad niet mee opgevoed. Maar het zijn wel aardige volwassen mensen geworden.

© Els Ackerman