Max

 
Op een warme zomerdag kwam hij de winkel binnen lopen. Alleen.
'Waar is je baas?' vroeg oma. Ze aaide Max over zijn kop. Hij piepte en keek haar trouwhartig aan. Oma liep naar buiten. De Pastoriedijk lag er verlaten bij. De zon stond loodrecht op de straat. Er was geen mens te bekennen.
De baas van Max was een Duitse matroos. Hij voer op een tanker. Regelmatig lag het schip bij de raffinaderijen van Pernis. De zeeman kwam dan samen met zijn hond een slof sigaretten kopen bij oma.
Zoals altijd haalde ze een stuk leverworst uit de keuken. Terwijl ze hem voerde hield ze hele verhalen tegen de scheepshond. De Duitser kwam Max die dag niet ophalen. Hij kwam nooit meer. Max bleef bij mijn grootouders.
Een jaar later ontdekte opa een flinke bult op Max zijn buik. Oma vond dat er naar gekeken moest worden.
'Die maakt het niet lang meer.' De veearts duwde Max in de richting van mijn grootvader. 'Een kwaadaardig gezwel. Dat wordt lijden. Ik zou hem maar afmaken.' Opa zat als versteend op zijn stoel. Het zweet brak hem uit. 'U moet er niet te lang mee wachten Van den Berg,' zei de veearts bij de deur.
Het bad stond vol met lauw water. Oma voelde of de temperatuur goed was. Ze huilde toen ze Max een roomboterkoekje gaf. Opa bleef alleen met de hond in de badkamer. In de woonkamer ijsbeerde oma, met een verfrommelde zakdoek in haar hand.
Niet veel later kwamen opa en Max naar beneden. 'Ik kan het niet,' zei opa. Met zijn grote knuisten veegde hij de tranen uit zijn ogen. De kletsnatte hond likte oma's gezicht.
De volgende dag nam Vrijhof, de bode, Max mee naar een asiel in Rotterdam. 'Daar geven ze hem een spuit,' zei Vrijhof. 'Een tientje kost het.' Vijf zilveren rijksdaalders gaf oma de man. Ruw pakte hij de hond op en zette hem in de met zeildoek afgedekte bak van zijn vrachtwagen.
Ze wisten dat ze Max een lijdensweg hadden bespaard, toch deden opa en oma die nacht geen oog dicht.
Om zes uur 's morgens opende opa de winkeldeur voor de vroege klanten: arbeiders van de scheepswerf. Max lag in het portiek.
'Hij is uit de wagen gesprongen,' zei Vrijhof later.
'Ja, ja,' zei opa. Oma was zo blij dat ze vergat het geld terug te vragen.
Max heeft opa vijf jaar overleefd.

© Ees de Winter

december 2002