Kerstverhaal

 
Ze hebben de kerststal van zolder gehaald. Met de gebladderde os en de ezel met één oor. De kale pop is het kindje. Nou pop, ze hebben jou gewoon op het stro geflikkerd, in je blote kont. Geen respect. Wacht, ik geef je wat stro op je buik. Dat ziet er beter uit. Je armen naar beneden, je hoofd wat draaien. Kijk, nu begint het ergens op te lijken. Ik ga je helemaal toedekken met stro, dat is beter. Weet je wat het is, Jezus-pop, ze hebben geen idee, die familie van mij.
Ik ben nu tien jaar in Nederland. Geadopteerd op mijn achtste. Dan heb je al een compleet verleden. Ik kan me alles herinneren van Villadiego. Het felle zonlicht. Het vuil in de straten, de honger.
Wij woonden in een golfplaten hutje, mijn moeder, mijn zusje Anita en ik. We hadden niets. Op de markt gingen mijn moeder en ik zakkenrollen. Een handig duo waren we. Zo leefden we tot Anita ziek werd, iets met haar longen. Een paar maanden later was ze dood. Mijn moeder was kapot, ze zat daar maar. Kon niet meer voor me zorgen. Ze zei dat ze naar huis moest, naar het binnenland. Mij bracht ze naar het weeshuis.
Daar vroegen ze of ik geadopteerd wilde worden. Ik zei ja, wist ik veel. Drie maanden later zat ik in Nederland bij mijn o zo lieve pleegouders. Was het Pablo voor en Pablo na.
Van mijn tijd als zakkenroller weten ze niets. Dat bleef mijn geheim. Maar ik hield het vak bij. Portemonnee uit de rechter jaszak pikken en terugstoppen in de linker, ha ha.
Deze familie is één schijnheilige vertoning. Met Kerst komen ze allemaal bij opa en oma logeren, gezellig. Vriendelijk lachen: ja, ja, alles goed en met jou? En achter je rug: 'Dat adoptie-Colombiaantje heeft de universiteit toch niet gehaald, hè.' Buiten staan hun dikke auto's en hier liggen ze in zwijm voor de kerststal. Wat weten zij van armoede, Jezus?
Ik heb ze gerold, allemaal. De portemonnees heb ik teruggestopt. Ze weten het nog niet. Bij elkaar zo'n twee duizend Euro, een paar credit cards en een stel autosleutels. Als iedereen slaapt, pik ik de BMW. Van het geld ga ik naar Colombia, mijn moeder zoeken.
Je knikt hè. Je vindt het een goed plan.

© Dick van den Berg