Heupbroek

 
In de overvolle bus zit ik oog in oog met de navel van een jonge vrouw. Haar toch al korte truitje is omhoog gekropen omdat ze zich vasthoudt aan de stang. Haar broek zit laag, onwillekeurig kijk ik naar de onderkant van haar blote buik. Het blijft nog net decent.
In mijn schooltijd waren die lage heupbroeken ook in de mode. Ik weet nog hoe lastig het was als je zo'n broek aanhad. Als je voorover buigt is het bijna niet te voorkomen dat een groter deel van je achterste zichtbaar wordt dan je wenst. Ik zie de jeugd nu vooral achterover hangen. Of dat door de broek komt, weet ik niet, maar ik sluit het niet uit. Als iemand naar voren reikt, zie ik een touwtje met een soort driehoekje eraan. String. Veel bloot wordt zichtbaar.
Het lijkt me uiterst oncomfortabel dragen, het is koud en je moet oppassen dat de broek niet afzakt. Het is fascinerend om te zien dat een hele leeftijdsgroep deze klederdracht draagt. Zo sterk is de macht van de groep: als je niet meedoet, lig je eruit.
Maar ik vind het geen gezicht. Een achterste is niet mooi om te zien, strings met driehoekjes ook niet. Als ik er naar kijk, kijkt de eigenaar soms verstoord om. Een enkele keer verandert het achterwerk van houding, maar vaker blijft de eigenaar ervan uitdagend terugkijken. De voorkant vind ik boeiender. Niet alleen de onderkant van de buik, maar ook de navelpiercing. Ik moet altijd denken aan het moment waarop zo'n piercing geplaatst is.
Waarom droeg ik destijds een heupbroek? Naar mijn idee was er niets anders te koop. Dat zal nu ook wel zo zijn. Zo versterkt alles elkaar: geen andere broeken te koop en erbij willen horen. Laten zien dat je meetelt. Met navel. Gepiercet.

© Joke Tacoma

mei 2006