Grace

 
Mijn eerste verloofde had grote bruine ogen die verwonderd de wereld in keken. Zwart krullend haar en een glanzend bruine huid. Ze droeg witte jurken met kleurige prints. Wijduit stonden haar rokken door de petticoats. Haar voeten staken in witte sokjes en zwarte lakschoentjes.
Vanaf het eerste moment dat ik haar zag, was ik straal verliefd. Pas na een maand durfde ik het aan.
'Wil je met me trouwen?' vroeg ik.
'Ja,' antwoordde Greetje, 'maar eerst moeten we verloven. Dat hoort zo.'
Haar grote broer Karel zong en begeleidde zichzelf daarbij op de gitaar. Met liedjes als Het ruw houten kruis, Bimbo en, een tranentrekker, Het paardenhoofdstel aan de muur, wist de jongen bij zijn publiek de gevoelige snaar te raken. Later ging hij onder de naam Don Tennessee als Elvis imitator optreden.
Vorige week las ik in de krant dat hij met zijn band in Nighttown zou spelen.
Daar sta ik nu. Tussen een voornamelijk middelbaarplus plubliek. Sommige mannen hebben hun zware lijven in witte Elvisglitterpakken gehesen. De vrouwen zijn zonder uitzondering geblondeerd en zwaar beschilderd.
Don komt op. Een luid gejuich en gestamp breekt los. Hij is klein. Geheel in het zwart. Zijn hooggehakte laarzen lopen uit in een punt. Een vetkuif zit er voor hem niet meer in, zijn uitgedunde haar is zorgvuldig naar voren gekamd.
De band zet Hounddog in. Don gaat wijdbeens staan en begint te zingen. Het achtergrondkoortje, twee oude meisjes in petticoatlook, deint mee op de muziek. Ze ondersteunen de zanger met, ah, oe en hounddog.
Als je je ogen dicht doet klinkt het niet eens zo slecht.
Halverwege de show stelt Don de bandleden voor en daarna de backinggirls. 'Doris en Grace!' brult hij. 'Mijn zusje gaat nu Love me tender zingen. Ladies and gentlemen..., here is GRACE!'
Verbijsterd staar ik naar het podium. Is dat...?
Heupwiegend komt Grace met een gefacelifte glimlach naar voren. Met beide handen omklemt ze de microfoon. Haar nagels zijn rood gelakt. Hetzelfde rood dat haar lippen kleurt, lippen die ze wellustig tegen de microfoonkop aan duwt. Het publiek applaudisseert, mannen fluiten op hun vingers. Het licht gaat uit. Even is het aardedonker. Dan flitst een spot aan. Grace knippert met haar valse wimpers en kijkt achterom naar de band. Het wordt stil.
Mijn ogen zoeken het lichtje boven de uitgang.
'Love me tender,' zingfluistert mijn eerste verloofde. Een bronstig gejoel en gefluit overstemt haar.
Ik vlucht naar buiten.
Is dit het prinsesje uit mijn herinnering? De schoonheid met wie ik schommelde, wipwapte en in de draaimolen zat?
Zonder afscheid verdween ze uit mijn leven. Na de grote vakantie kwam ze niet terug op de kleuterschool. Ze was verhuisd.
Later dacht ik nog wel eens aan haar. Mijmerde dan hoe het zou zijn als we samen waren gebleven. Getrouwd.
Ik huiver. Zou ik dan ook in een glitterpak...

© Ees de Winter