God

 
De trein dendert over het spoor. Een jonge vrouw naast me leest geconcentreerd in de bijbel. Ze heeft lang blond haar. Haar bruine benen heeft ze over elkaar geslagen. Af en toe trekt ze aan de zoom van haar korte rok.
Tegenover ons zit een man. Wijdbeens. Midden op de bank. Hij werpt steelse blikken op de mooie vrouw. Het weinige hoofdhaar dat hem nog rest is ongewassen. Sluik hangt het in zijn nek.
Plotseling buigt de man voorover en zegt luid: 'God is dood.' Hij stinkt uit zijn mond. Uien.
De lezeres kijkt op. 'Heb je een rouwkaart gehad?' vraagt ze.

© Ees de Winter

juni 2004