Gillende kinderen

 
Vooral 's zomers en in de supermarkt hoor ik ze: gillende kinderen. Het volume is oorverdovend. Ik heb als kind niet gegild. Dat mocht niet. Je mocht alleen om hulp gillen als een enge man je belaagde.
Inmiddels is het kennelijk normaal dat kinderen gillen. Ouders reageren er niet eens meer op. Nou ja, in de supermarkt wel. Moeder pakt het kind bij de arm maant het tot stilte. Ze begint met rustige stem, maar als het tegenzit wordt haar volume net zo groot als dat van haar kind. Ze gilt nog net niet. Het kind wordt hier overigens niet rustig van, het gillen gaat onverminderd door.
Waarom gillen kinderen in de supermarkt? Omdat ze nergens aan mogen zitten en omdat ze niet het begeerde snoep in het wagentje mogen doen. Gillen is een effectief machtsmiddel om moeder te laten doen wat ze niet wil.
Op straat hoor ik ook veel gillen. Als kinderen met elkaar spelen. De één belaagt in het spel de ander en daardoor gilt die. De gil is korter dan in de supermarkt en er zit een zwieper aan. De zwieper betekent dat belagen eigenlijk heel leuk is. Dat de belager het nog wel een keer mag doen. En dat doet die dan ook. Weer een gil. Zo leuk.
Wat is er gebeurd in de jaren tussen mijn jeugd en de jeugd van tegenwoordig? Ik heb geen idee wanneer het gillen is begonnen. Tien jaar geleden was het niet zo erg als nu. Of woonde ik toen in een kinderarme buurt?
Wat me verontrust is dat de oudere jeugd, zeg maar van zo rond de twintig, eveneens gilt. Ook dan komt er een gil bij een prettige belager. Met zwieper. Zou het gillen nog overgaan als deze kinderen ouder worden? Of blijft het een deel van het vocabulaire? Ik ben bang van wel. Ik heb een buurvrouw van rond de dertig. Zo af en toe hoor je haar gillen. Eerst dacht ik dat ik in actie moest komen. Maar het bleek loos alarm, ze was aan het stoeien. Gil met zwieper.
Gaan we bejaardenhuizen tegemoet met gillende bejaarden? Dementerenden zouden als eerste moeten beginnen, want die gaan terug naar hun kindertijd. Of halen oudjes per definitie die hoge tonen niet? Eerlijk gezegd heb ik er weinig vertrouwen in. Tegen de tijd dat ik in het bejaardenhuis zit, word ik omringd door gillende verzorgsters.
Ik denk dat ik dan ook maar ga gillen.

© Joke Tacoma

oktober 2005