Eten

 
'Een bordje gezondheid. Een bordje gezondheid.'
Mijn oom zit aan tafel en kijkt naar de worteltjes en de gebakken aardappels. Hij zegt dit elke keer als er eten op tafel staat. Hij heeft de concentratiekampen overleefd in wat we nu de tweede wereldoorlog noemen. Voor mij heet het nog steeds 'de oorlog'.

Ik ben een spichtig kind, na de hongerwinter. Mijn oom is broodmager. Hij geniet zichtbaar van het stilleven op zijn bord. Dat zijn de dingen waar ze in het kamp over gefantaseerd hebben. Recepten van klassiek joodse gerechten, gefillte fisch en kugel met peren. Mijn moeder kookt niet joods, ze is al zolang met een 'goj' getrouwd dat zelfs haar kippensoep gewoon Nederlands is. Maar op verzoek van mijn oom maakt ze kugel met peren. Zoet, zwaar, vet en heel lekker. Van dat eten waar de traditie vanaf druipt. En het vet. 'Een bordje gezondheid' zegt mijn oom weer. En in één adem er achteraan het verhaal over zijn vriend de pastoor, die in het kamp witte sokken droeg. De pastoor ging vloekend dood aan tyfus, en mijn oom kon toen die sokken aantrekken. Ik weet nog dat hij later bij de ouders op bezoek ging en ze vertelde dat hun zoon als een goed Christen gestorven was.

'Een bordje gezondheid'. Mijn kleinzoon van een jaar eet schaterend mee van de pasta die zijn moeder gemaakt heeft. Na een jaar van babyvoedsel, alles fijngemaakt met de staafmixer, eet hij nu wat de pot schaft. Hij ziet er stralend uit, rood haar en blauwe ogen. Lekker kliederen op de tafel, de poes staat klaar om de restjes op te eten. Een tafeltje-dek-je, eten in de Nederlandse welvaart van de eenentwintigste eeuw. Macaroni heet pasta, op de schappen in de supermarkt staan tientallen soorten dierenvoedsel. In de Amerikaanse talkshows op de televisie puilen mensen uit hun stoel van het overgewicht. Niemand weet meer hoe een boerenkoolstronk er uitziet, alles is van tevoren gesneden en gewassen en zo in de winkel te koop. Producten uit de hele wereld zijn in Nederland verkrijgbaar. 'Wat de boer niet kent dat eet hij niet' is een ouderwets spreekwoord geworden.

'Een bordje gezondheid'. Zouden wij ook in staat zijn om door de beelden van dagelijkse gerechten en het uitwisselen van recepten op de been te blijven in mensonwaardige situaties? Wie durft het te vragen aan mensen die nu uit een kamp komen?

© Els Ackerman