Eerste

 
Wij wonen midden in de polder. Een nieuwe weg verbindt ons huis en dat van de buren met de Rijksstraatweg. Er is weinig verkeer. Ideaal voor de buurvrouw, die het mennen van paard en wagen onder de knie probeert te krijgen.
Ik zie haar vertrekken voor een oefenritje. De krantenjongen komt haar op zijn brommer tegemoet. Het paard schrikt, steigert en slaat op hol. De buurvrouw valt van de kar op het asfalt.
Als we op de ambulance wachten, komt Job aangefietst. Met zijn vale rode pet op en een grijze stoppelbaard, staat hij overal waar wat te doen is vooraan.
Hij buigt zich met zijn fiets aan de hand over de van pijn krimpende koetsier en zegt: 'Jij bent de eerste die op deze weg een ongeluk krijgt.'

© Ees de Winter

juli 2004