Warm...
Om mij heen is het één grote bouwput... 
Klik voor groter...

Hoe warm het was en hoe dichtbij

 
'Good morning Mister Kuli.'
De hotelportier begroet mij met een brede glimlach. Hij maakt een lichte buiging en opent de deur. 'Good morning,' antwoord ik en loop naar buiten. Mijn ogen moeten even wennen aan het felle zonlicht. De temperatuur is al ver boven de dertig graden Celsius. Een paar taxi's wachten op klanten, maar omdat ons kantoor hier in Doha op slechts vijfhonderd meter ligt besluit ik te lopen.
Ik ben de enige wandelaar. Auto's racen voorbij. Veel grote modellen, want een liter benzine kost hier zo'n 15 eurocent. En belasting hoeven ze niet te betalen, want door de hoge prijs van olie en gas stroomt het geld binnen. Om mij heen is het één grote bouwput, ik tel meer dan tien torens in aanbouw. Aziatische gastarbeiders, waarschijnlijk Indiërs, worden met bussen op de bouwplaatsen aangevoerd. Veel groeit er niet op de dorre woestijngrond. Een plantsoenmedewerker besproeit de schaarse palmen langs de weg. Zonder water houd je het in dit klimaat niet lang vol. Inmiddels begrijp ik ook waarom ik de enige wandelaar ben... mijn overhemd is doorweekt.
In het kantoorgebouw zoek ik een toilet op. Daar hangt aan de muur, in het Engels, de vraag: Welke kleur heeft uw urine? Geel, denk ik. Onder de vraag staat een nadere verklaring. Lichtgeel betekent niet uitgedroogd, lichtoranje een beetje uitgedroogd, maar donkeroranje betekent extreem uitgedroogd en in dat geval moet ik ONMIDDELLIJK water drinken! Ik bekijk mijn urinestraal deze keer aandachtiger dan normaal. Hij is donkergeel. Voortaan neem ik hier een taxi.

© Adrie Kuil

april 2007