Twips

 
Mijn moeder volksdanste nog op haar negentigste. Alweer jaren geleden, toen het waarschijnlijk 'volksdansen voor bejaarden' heette. Bejaard, zo'n woord dat nu bijna verboden is, we zijn ouderen of senioren. Ik doe niet aan volksdansen, maar wel aan 'meer bewegen voor ouderen'. Elke donderdag ga ik naar het zwembad waar we met zo'n dertig vrouwen - van boven de vijftig tot diep in de tachtig - een half uur gymnastiek doen in het water. Op muziek. Mannen weten blijkbaar iets anders om in beweging te blijven, want ze zijn met twee stuks ondervertegenwoordigd.
De zwemjuf is een energieke jonge vrouw, die het figuur heeft dat wij vroeger hadden of graag wilden hebben. Die tijd is voorbij, de meeste deelneemsters zijn in de loop van hun leven uitgedijd tot ver boven maat 44. Op de maat van de muziek doen we arm- en beenoefeningen die in het water veel makkelijker zijn dan op de kant. Alles beweegt weer, en wie het te snel gaat doet de oefeningen gewoon in zijn eigen tempo. Op de muziek van de 'twips' uit 'Ja zuster nee zuster' van Annie M.G.Schmidt twipsen we vrolijk met onze seniorlijven. Luidkeels zing ik mee: 'Als je zesentachtig bent, als je moe bent en verkouden, en je ziet een beetje pips oh oh oh, twips, twips, twips.'
Na afloop drinken we thee in de kantine, die vast officieel restaurant heet. Ik zie chauffeurs binnenkomen van 'Vervoer op maat', want een aantal zwemsters beweegt op de wal een stuk moeilijker dan in het water.
Zelf loop ik bijna swingend naar de tramhalte. 'Twips, twips, twips, eerst de handen op de heupen dan de handen op de ...' Alles beweegt soepel, schouders, heupen, knieën. Ik kan weer een week voort.

© Els Ackerman