Thee

 
Voor het concert begint neem ik even een bakje koffie. Bij de Doelen is dat gratis, mits je er een concert bijneemt. Tegenover me zitten twee mannen. De ene man draagt een geruit overhemd, type houthakker, een spijkerbroek en doffe schoenen. Zijn bril zit scheef. Zijn buurman ziet er uit om door een ringetje te halen: grijze gestreepte broek, donker jasje, wit overhemd, donkergrijs vestje, glimmende schoenen. De buurman is al oud, zo oud dat zijn mond zover ingevallen is dat ik vermoed dat er geen gebit meer in zit. Misschien is het vader en zoon. De vader heeft zichtbaar plezier, kennelijk zit hij er niet mee dat zijn zoon zijn klederdracht niet heeft overgenomen.
Vader drinkt koffie. De zoon heeft een glas met heet water en een theezakje. Hij pakt het zakje uit de verpakking en doet het met label en al in het hete water. Hij roert. Dat wordt sterke thee, denk ik. Hij roert nogmaals. Zou het zakje het houden? Als het kapot gaat is de thee helemaal niet meer te drinken. Het zakje overleeft het. De thee is donker.
De zoon neemt een slok. Zijn gezicht vertrekt. Dat zou het mijne ook doen. Vader ziet het niet, hij kijkt net even weg. Zou die zoon wel eens thee hebben gezet? De huidige manier van theezetten (met een éénpersoonszakje soppen in heet water) kent hij zo te zien niet. Ik zie hem thuis ook geen pot thee zetten. Hij neemt weer een slok. Mijn mond trekt samen. Zelfs mijn neus reageert. Vader keuvelt verder.
Bij de volgende slok komt de bovenkant van het zakje boven het vloeistofniveau. Het zit aan de kant waar de zoon drinkt. Zou hij nu op het idee komen het zakje eruit te vissen? Zowel de vader als de zoon beschikken over een lepeltje. Nee. Hij drinkt voorzichtig verder, zodat het zakje niet in zijn mond schuift. Gefascineerd kijk ik toe. Zo heb ik mijn thee nog nooit gedronken. Na elke slok vertrekt zijn gezicht, maar zo te zien springen de tranen niet in zijn ogen. Hij moet wel veel dorst hebben.
Misschien is het een vorm van zelfkastijding. Dan perst hij straks met het lepeltje het zakje uit. Nee, hij drinkt gedachteloos, maar voorzichtig verder. Nu zou het de vader toch op moeten vallen dat zijn zoon er een vreemde manier van theedrinken op na houdt. Het lijkt hem niet te deren, zoals hij ook niet reageert op het houthakkershemd. Het lijkt zelfs wel of hij het niet ziet.
Eigenlijk wel heel mooi hoe die vader niet reageert. Ik zit in gedachten te oordelen over de theeceremonie van de zoon en vind dat het anders moet. Maar waarom? Omdat het zo hoort? Welnee, als die zoon zo zijn thee wil drinken, moet hij dat vooral zo doen. Ik kan nog veel van de vader leren.
Mijn koffie is koud geworden.

© Joke Tacoma

november 2007