Slaaplezen

 
Lezen doe ik in bed. Bij voorkeur boeken waar mijn ogen na tien minuten van dichtvallen. Die zijn er gelukkig genoeg. Een enkele keer vergis ik me, en dat kost flink wat nachtrust. Het boek is dan zo spannend dat ik tot half vier doorga. Beladen met schuldgevoel, want natuurlijk moet ik weer vroeg op. Het gebeurt ook wel dat ik om één uur het boek met spijt weg leg. Laat ik maar gaan slapen, anders gaap ik morgen zo inspirerend dat ik iedereen aansteek. Na een uur schapen tellen ben ik nog wakker. Dan kan ik net zo goed lezen, is mijn excuus. En zo wordt het weer half vier of gewoon tot het boek uit is.

Ik zoek dus boeken die niet zo spannend zijn dat ik wakker blijf, maar ook niet zo slecht dat ik me erger en dan van kwaadheid niet kan slapen. Die boeken vind ik bij de bibliotheek. Daar hebben ze literaire romans en verhalenbundels die prachtige recensies krijgen, maar geen hond leent ze. Prachtboeken die zo goed - maar slaapverwekkend - zijn dat ze altijd in de kast staan. Muurbloempjes. Precies de boeken waar ik zo heerlijk mee in slaap val. Schrijvers waar ik vaag van gehoord heb, maar zelden of nooit gelezen.
Zo leende ik onlangs een boek van een schrijver, die ik pas nog op de tv gezien had.
Zal ik hem dan maar meenemen, dacht ik, het was best een aardige man, lijkt me niet ongezellig in bed. Hoogstens een beetje gênant.

Hij heeft een week naast mijn bed gelegen, op de stapel. Ik kwam er niet doorheen. Maar ik heb heerlijk op hem geslapen.

© Els Ackerman