Sjans

 
Ik had sjans. In een restaurant. Alle tafels waren bezet. Met zo'n twintig andere hongerige mensen wachtte ik in de vestibule op een plaats. Ineens stond ze naast me. Een prachtige vrouw in een strakke glitterjurk. Niet veel jonger dan ik. Terwijl ze meebewoog op het ritme van de muziek, A Whiter Shade Of Pale van Procol Harum, zochten haar ogen de eetzaal af.
Uren heb ik gedanst op dit deuntje. Eind jaren zestig. In halfduistere zaaltjes. Schuifelend op nog geen halve vierkante meter, in een innige omstrengeling met een meisje. Slijpen, zo noemden we dat.
'Jeugdsentiment,' zei ik tegen de vrouw.
Met haar amandelvormige ogen keek ze me dromerig aan. Ze glimlachte naar me. Ik was afgepeigerd na een lange congresdag. Maar alle moeheid verdween door die lach, die vrouw. Ik waande me weer zeventien. Even geen veertiger met een drukke baan, vrouw en drie kinderen. Vanuit mijn ooghoeken nam ik haar op. Ze frummelde met het avondblad in haar hand. Ik probeerde me voor te stellen hoe zij er uit zag op haar zeventiende. Als Conny van Loon? Lang blond haar, minirok en hoge laarzen?
'Spannend, hè? Zo'n eerste keer.' Ze keek me begrijpend aan.
Ik knikte, al begreep ik bij God niet wat ze bedoelde.
Ze tikte met haar krant op de mijne. Ook een NRC. Er kwam een ober op ons af. 'Uw tafel is gereed. Twee personen?' 'Mijn vrouw kan ieder moment...'
'Volgt u mij maar,' onderbrak de ober me. Hij spurtte het restaurant in. Ik wierp een laatste blik op de schoonheid, gaf haar een knipoogje en rende de ober achterna.
Ze was bijna nog eerder bij de tafel dan ik. Verbaasd keek ik haar aan.
'Jij bent toch Wim?' vroeg ze aarzelend. Ze hield de NRC omhoog.
'Ella.'
De vrouw draaide zich om.
'Ik ben Wim,' zei een tamelijk gezette man met een flinke vetbult op zijn neusvleugel en een toupet kwaliteit keukentapijt op zijn hoofd. Hij zat aan het naburige tafeltje en zwaaide triomfantelijk met de NRC.
Ze deinsde terug.
'Ella?' De man keek haar hoopvol aan.
'Nee, ik ben Ella niet. Echt niet.' Ze keerde zich weer naar mij. 'Mag ik gaan zitten?'
Ik moest even slikken.
Conny van Loon stond aan de rand van de dansvloer. Nonchalant was ik naar haar toe gelopen. A Whiter Shade Of Pale werd gedraaid.
'Zullen we dansen?' had ik gevraagd.
'Nee, ik ben met Bram,' had ze geantwoord. Bram was drie jaar ouder dan ik en basgitarist in een beatbandje.

'Nee, ik heb afgesproken met mijn vrouw.'
Ze draaide met haar glitterbillen toen ze het etablissement uit liep.
De man met het matje op zijn hoofd wierp me een vernietigende blik toe. Ik had zijn afspraakje verpest. Hij moest me haten, zoals ik Bram met de basgitaar haatte.
'Och,' zei ik tegen hem, 'wij zijn niet in de wieg gelegd voor een Conny van Loon.'
Hij keek me aan of -ie water zag branden.

© Ees de Winter