Schoonheid went

 
Tranen lopen over mijn wangen. De klanken van de vleugel, samen met de zuivere stem van mijn zangleraar ontroeren me. Hij weet dat dit het grootste compliment is dat ik hem kan geven en is eraan gewend geraakt. Ontroering kun je niet faken.
Muziek kan me tot in het diepst van mijn ziel raken. Daarom ga ik naar concerten. Alleen. Dan kan ik me laten gaan en hoef ik niet uit te leggen dat ik geen verdriet heb, maar juist het mooiste ervaar dat mogelijk is. Zoals Jaap van Zweden bij Zomergasten zei: non-dualiteit. Zo is het precies, ik ga op in de muziek, weet niet meer waar ik ben. Alles is muziek, klank. Mijn hoofd zit vol schoonheid. Ik ben weg. Word opgetild.
Maar de laatste tijd raak ik minder vaak ontroerd. Bij vioolles is er ineens ruimte om te kijken naar wat mijn leraar doet, ondanks de prachtige klanken die uit zijn viool komen. Het overweldigt niet meer. Hetzelfde geldt voor mijn concertbezoek. Ooit waren mijn wangen de hele Mattheuspassion nat, de laatste keer alleen nog bij het 'Erbarme dich'. En zelfs bij zangles houd ik het vaker droog.
Ben ik veranderd? Zit ik in een depressie en voel ik daarom minder? Nee, dat is het niet.
Ik praat erover met mijn zangleraar. Hij herkent het.
Schoonheid went.
We huilen allebei.

© Joke Tacoma

september 2009