Punk 1962
Klik hier voor groter...

Punk

 
In het pre-Beatletijdperk, lang voor The Sex Pistols losbarstten, was ik al punk. En niet alleen ik, met mij honderden jongetjes in Smitshoek en ommelanden. We gingen allemaal naar dezelfde kapper: Piet van de Nadort, alias Piet de kapper.
Zijn kapsalon ademde de sfeer van een saloon in een cowboyfilm. Boven een mahoniehouten commode met wit marmeren blad hing een ornamentale spiegel. Ervoor stonden twee enorme kappersstoelen. Aan de zijwand een kast met rookartikelen. Langs de achterwand een tiental cafestoelen.
Piet was een forse man. Ooit was hij kapper bij de marine. Hij had geen anker op zijn arm en vloekte niet. Hij was Christelijk Gereformeerd. Dat kon je zien aan de zwarte pantalon met scherpe vouw die hij onder zijn witte kappersjas droeg.
Kinderen knipte hij voor vijftig cent, wat vooral op de vrije woensdagmiddag voor een grote toeloop zorgde. De jonge klanten zaten dan op de grond. Niemand vond het erg om te wachten, want in een hoek lag een stapel Donald Ducks en Sjors en Sjimmies. Vaak liet ik mijn beurt voorbij gaan om nog even verder te lezen.
Lang wachten hoefde je nooit. Piet werkte zeer efficiënt. Hij deed dat in eendrachtige samenwerking met zijn vrouw Dien, een volslanke lookalike van Olijfje, de vrouw van Popey the Sailorman. Dien knoopte een jongen in de ene stoel een schort voor, terwijl Piet er een knipte die in de andere zat. De knipbeurt zelf voltrok zich binnen vijf minuten. Met een tondeuse werd de zijkant van het hoofd opgeschoren. Bovenop werd het haar hap snap wat bijgeknipt, de pony een rafelige V, met de punt op de neus. De grote handen van Piet waren zacht en wit als watten. Hij stonk naar lotion. Uren later rook ik het op mij overgeslagen luchtje nog.
Als hij klaar was kon Piet direct door met de volgende. Dien ontdeed de geknipte van zijn schort en rekende af. Ieder punkjongetje kreeg bij het weggaan een handje toffies toegestopt.
Dien en Piet hadden geen kinderen.

© Ees de Winter

november 2008