Pluisje

 
Ik buk me om een pluisje van de vloerbedekking te pakken. Terwijl ik met mijn hoofd naar beneden sta realiseer ik me dat mijn moeder dat ook altijd doet. Wat vreselijk, ik wil helemaal niet op haar lijken.
Als ik bij mijn moeder ben en haar pluisjes van de grond zie rapen denk ik altijd: 'Dat kan handiger met de stofzuiger'. Maar ook dat het goed voor haar is om in beweging te blijven. Het is trouwens een mooie indicator om te zien hoe het met haar rug is. Ze krimpt, en dat doet zeer. Als ze klaagt over haar zere rug dweil ik de keukenvloer. Maar als ze daarna soepel een stofje van de grond pakt, betwijfel ik of die rug wel zo zeer doet.
Waarom pluk ik dat pluisje van de vloer? Ik heb gisteren gestofzuigd en nu ligt er al weer wat. Dat stoort. De kamer moet schoon zijn, want morgen komt er bezoek. En ik heb geen zin om alweer de stofzuiger te pakken. Het is makkelijker om even te bukken.
Misschien is dat bij mijn moeder ook wel zo. Stofzuigen is veel meer werk dan bukken. Zeker met een inzakkende rug.
Mijn rug zakt nog niet in. Ik wil alleen maar dat mijn kamer schoon en netjes is als er bezoek komt. Verder zal het me een zorg zijn. Dat betekent dus stofzuigen voordat er iemand komt. En daarna kleine oneffenheden van de vloer pakken.
Zo gaat dat.
Oud worden.
Op mijn moeder lijken.
Onontkoombaar.

© Joke Tacoma

oktober 2008