Petje

 
Joran van der Sloot is op de televisie onafscheidelijk van zijn petje.
Marc-Marie Huijbregts draagt in 'De wereld draait door' een soort blauwwitte ijsmuts.
In de schouwburg zitten op de rij voor me twee jongens van een jaar of veertien, allebei met een petje.
Ik zou het wel van hun hoofd af willen slaan.
Waar die agressie bij mij vandaan komt weet ik niet.
Ik vind het onbeschoft om binnenshuis een pet op te houden. Of een ander hoofddeksel. Hoeden en petten zijn voor buiten. Als het waait en als het koud is. Zeker voor mannen. Vrouwen dragen vrijwel geen hoeden meer, alleen op Prinsjesdag mogen de vrouwelijke leden van de Tweede Kamer hun gevoel voor mode showen met een uitzonderlijk hoofddeksel.
Op foto's uit het begin van de twintigste eeuw zie je allemaal mannen die een pet of een hoed op hebben. Hoed voor de heren, pet voor de arbeiders. Jan met de pet. Zonder iets op hun hoofd waren ze niet gekleed. Mannen namen hun hoed af als ze een vrouw tegenkwamen die ze wilden groeten. Dat waren de beleefdheidsregels.
Belachelijk ouderwets heb ik het altijd gevonden. Jongetjes van twaalf jaar met een pet op. Geen stap buiten de deur zonder hoofddeksel. En nu doen ze het weer, zowel binnen- als buitenshuis. De petten of de ijsmutsen groeien op hun hoofd blijkbaar.
Ik kan er niet tegen. Pet af.
Maar zelfs mijn ex-man heeft zo'n wollen mutsje gekocht. Helemaal in de mode. Gelukkig alleen voor buiten. Hij denkt er net zo over als ik. Misschien heeft het toch iets met leeftijd te maken.

© Els Ackerman