Pan

 
Achterin mijn keukenkast staat een grote zwarte pan. Sinds ik op elektriciteit kook, heb ik hem niet meer gebruikt. Soep en goulash, in grote hoeveelheden maakte ik er in klaar. Wegdoen kan ik hem niet. Jeugdsentiment, herinnering aan de tijd dat ik hem kocht.

We wonen tijdelijk in Stockholm, rond 1967. Alles is daar veel duurder dan in Nederland, dus van ons Nederlandse salaris doe ik zorgvuldig de boodschappen. Vlees is een onbetaalbare luxe. We eten veel knäckebröd, in eigen land nog geen gewoon ontbijtvoedsel. Ook veel diepvries, dat thuisbezorgd wordt door een soort boodschappendienst. Ik kan het opbergen in een van de drie koelkasten, een voor mij onbegrijpelijke luxe maar in Zweden blijkbaar heel gewoon.

Aan het eind van ons driemaandelijkse verblijf wil ik graag wat herinneringen meenemen. De Scandinavische vormgeving van meubels en gebruiksvoorwerpen doet me likkebaarden, maar alles wat ik mooi vind is onbereikbaar duur. Tenslotte besluit ik als souvenir een pan aan te schaffen. In Nederland heb je in die tijd alleen saaie pannen die wel sterk zijn maar niet mooi. De keus valt op een grote zwarte pan, zoals ik er nog nooit een gezien heb. Een los houten handvat, waarmee je het deksel kunt optillen. Mooi, sterk en loodzwaar. Zo'n pan die vijftig jaar meegaat.

2007, veertig jaar later dus. Ik loop in de Rotterdamse Karel Doormanstraat een winkel binnen die alleen Finse kopjes, bordjes, glazen en pannen verkoopt. Beeldschoon. Daar zie ik mijn pan staan. Mijn pan. Precies dezelfde. Uit nieuwsgierigheid vraag ik de verkoopster naar de prijs.
'Die kost 190 euro, mevrouw'.
Thuis met mijn rekenmachientje komt dat uit op ruim 418 gulden.
Een pan van 418 gulden heb ik dus in mijn keukenkastje. Misschien heb ik er toen vijftig gulden voor betaald. In die tijd ook heel duur. Maar nog steeds beeldschoon.

© Els Ackerman

januari 2007