Niet in mijn achtertuin

 
Raar om ineens bij de protesterende nette burgers te horen. Sinds kort is het lege kantoorpand hiernaast verhuurd aan dames die er een kinderdagverblijf van willen maken. Niet alleen overdag maar ook 's avonds, 's nachts en in het weekend. Plus een BSO, buitenschoolse opvang. De achtertuin waar mijn werkkamer op uitkijkt, wordt de speelplaats. Daar kunnen de kinderen rennen en gillen in groepjes die elkaar afwisselen. Niet alleen in de pauze, zoals bij een school, maar de hele dag. Ook op zaterdag. Ook op zondag.

Alleen moet nog even het bestemmingsplan van dat kantoorpand veranderd worden. Vlak nadat ik op internet heb gelezen dat in Amsterdam buren van een kinderdagverblijf tot het uiterste getergd op hun balkon staan met scheepstoeters, vind ik in mijn brievenbus een brief van de gemeente over de plannen van mijn nieuwe buren. Gelukkig ben ik niet de enige die schrikt, ook de overige bewoners in de straat roeren zich. De bouwplannen liggen ter inzage bij de gemeente Rotterdam en omwonenden kunnen een 'zienswijze' indienen. De gemeente organiseert dan een hoorzitting om de zienswijzen te horen. Maar volgens hun brief zijn ze al bij voorbaat van plan om de bestemming van het pand aan te passen.

Ik verheug mij niet op de geplande speelruimte naast mijn huiskamer en het peuterverblijf naast mijn slaapkamer. De hele dag rennende kleuters en huilende baby's, daar ben ik niet meer op ingesteld. Bovendien zorgt het echo-effect van ons woonblok voor een flinke versterking van alle geluiden uit de achtertuin. Buren noemen ook de verkeersoverlast van halende en brengende ouders in onze smalle straat en de afwezigheid van geluidsisolatie. De advocaat van een paar huizen verderop stelt zijn vakkennis beschikbaar en wij vergaderen in de bar van een hotel. Zo ontmoet ik buurtbewoners die ik nog nooit gezien heb, we stellen ons voor met onze naam en meteen daarachter ons huisnummer.

Plotselinge solidariteit. Niemand heeft ooit last gehad van de bordelen die zich ook in de straat bevinden, maar iedereen raakt in opwinding over het kinderdagcentrum. Ik hoor mezelf zeggen: 'ik woon liever naast een bordeel dan naast een kinderdagverblijf'. En dan te bedenken dat ik een van de oprichters was van een peuterspeelzaal, toen het nog asociaal was om je kind naar zo'n instelling te sturen.

'Not in my backyard'. De klassieke uitroep van mensen die in hun buurt geen opvanghuis willen voor daklozen of drugsverslaafden. Maar mag het zoveelste kinderdagverblijf in deze wijk op een plek zonder naaste buren?

© Els Ackerman

26 februari 2009