Murw

 
'Met Kím! Hee, hallo hoe istie?'
...
'In de trein, naar Utrecht. Kga effe chillen, bij Dylan.'
...
'Gewoon, een naveltruitje en sneakers. Vorige keer zeidie, hee, waar zijn je hákken! Maar ik ga me voor hem niet dressen weet je.'
Lekker mijmeren in de trein is er niet meer bij. Twee bankjes van mij vandaan zit Kim, te bellen. Iedereen in een straal van vijf meter hoort waar ze naartoe gaat, wat ze draagt, wat ze gaat doen, dat Dylan de vorige keer haar boxershort kapot heeft gemaakt, dat ze van hem een nieuwe op haar verjaardag zal krijgen, maar dat ze dat te min vindt.
Kwartiertje later, nu achter mij.
'Hee, met mij... Nee, nog in de trein. Ik ben zenuwachtig joh... Ze zeiden dat het best een zwaar sollicitatiegesprek kan worden...'
De volgende tien minuten worden we bijgepraat over voorbereidingen, treinkaartjes en opgelopen vertragingen. Alsof Kim ons nog niet murw genoeg had gekwekt.

Anderhalf uur later zit ik in mijn eentje in de wachtkamer van mijn tandarts en waan me veilig voor verbale terreur. Opeens zwaait de deur van de spreekkamer open. Een slanke vrouw van middelbare leeftijd wankelt onvast naar buiten en zijgt neer op een stoel.
'Het zit er weer op', spreek ik haar bemoedigend toe.
'Nou, en het valt niet mee hoor', antwoordt ze dankbaar. 'Ik had vannacht al een slaappil genomen, ik lig er anders wakker van. Als je ouder wordt, doet het steeds meer pijn. Ik ben nou vijfenvijftig. En in de overgang, dus ik heb ook nog van die opstijgers', en ze gebaart wild met haar armen in de lucht.
'Mijn gebit doet telkens zo'n zeer, maar de tandarts kan niets vinden. Ze zijn hier heel lief hoor, maar vervelend is het wel. Vijf jaar geleden had ik ook al borstkanker. En ik heb niet eens veel', demonstratief knijpt ze in haar borsten, 'maar toch dertig keer bestraald. 't Is nu bijna vijf jaar weg.'
Haar spraakwaterval leidt nog langs haar zoons, verjaardag en gewicht, tot ik eindelijk de spreekkamer in word geroepen.
Sommige mensen kunnen altijd wel praten. Er was jaren geleden eens een date die mij rücksichtlos afserveerde toen hij hoorde dat ik uit Friesland kom. Volgens hem praten Friezen te weinig. Dat valt wel mee, we lopen er alleen minder mee te koop.

© Styn Haanstra