Mozzarella

 
De jongen in de coupé veert met een verrast "Buona sera" overeind als ik de deur open schuif. Zo te zien is hij blij dat er mensen bij komen. De bolle vuilniszak naast hem op de bank trekt hij voorzichtig naar zich toe om plaats te maken. Uit het bagagerek boven hem puilt een rode rugzak die op een Antarctica-expeditie niet zou misstaan.
Wij hebben met zijn zevenen gewandeld in de Monte Sibillini en zijn op de terugweg. Vier van ons zitten in de coupé hiernaast, en drie delen deze coupé met de jonge Italiaan. Een zak drop gaat rond terwijl de trein het station van Rome verlaat. De jongen, een jaar of twintig, strijkt een paar keer door zijn zwarte krullen, schraapt zijn keel en begint te vertellen. Half in het Italiaans, half in het Engels. Hij heet Andrea, komt uit Napels en is op weg naar München. Daar woont zijn vriendin. Hij heeft haar ontmoet in Napels toen ze een internetcafé zocht. Hij had haar niet de weg gewezen maar haar er naar toe gebracht. Hij lacht. Twee maanden later zat hij in München. Nu gaat hij er weer drie maanden heen.
'Dat gaat snel,' zeg ik, 'en hoe bevalt het?'
Duitsland viel hem niet mee. 'Pero l'amore: fantastico.' Onderling spreken ze de taal der liefde, met veel gebaren, legt hij uit.
Met zijn allen drinken we wijn, klinken op de liefde en vertellen verhalen. Om een uur of elf klappen we de slaapbanken uit om ons een nacht door de Alpen te laten schommelen. De vuilniszak die opvallend soepel mee wiebelt met het schudden van de trein gaat voorzichtig in het bagagerek.
De volgende ochtend legt de zon een gele gloed over de Duitse heuvels.
'Permesso demandare?' probeer ik in het Italiaans en wijs op de vuilniszak.
'Ah,' legt Andrea uit, 'molti sacci.' In de ene zak zit een andere zak en daarin nog een zak en dan weer een zak, en daarin zeven kilo mozzarella.
'Di bufala?' informeer ik ad rem. Mozzarella van buffelmelk is beter dan die van koeienmelk.
'Si, si, evidente'. Het klinkt alsof hij het een behoorlijk domme vraag vindt.
'Maar waarom neem je die mee,' vraag ik, 'en zoveel?'
Hij kan niet zonder, heeft het nodig om te overleven. En deze mozzarella is de allerbeste die je kan krijgen. 'En koop je dat zo in de winkel?'
Nee nee, zijn moeder had het speciaal voor hem geregeld. We knikken.
Zwijgend glijden we precies op tijd het station van München binnen. In de schaduw van de overkapping is de wereld koud. Uit Andrea komt een diepe zucht. We nemen afscheid en gebukt onder zijn rugzak sjouwt hij het eindeloze perron op. De vuilniszak klemt hij tegen zijn buik.
Mozzarella di mamma.

© Dick van den Berg

mei 2008