© The Estate of René Magritte: le fils et l'homme 
     Klik voor groter...

Les Amants

 
Vol met indrukken ga ik zitten op het bankje in de nis van de museumzaal. Ik laat de overzichtstentoonstelling van het werk van René Magritte op me in werken. Met de nodige scepsis ben ik naar Boymans gekomen. Surrealisten als Dali en Willink met hun desolate landschappen geven me een onbehagelijk gevoel. Magritte zou wel niet anders zijn.
Echter, van de eerste tekening tot het laatste schilderij werd ik ingepakt door deze Belgische surrealist. Een blad wordt boom, op de nerftakken zitten kleurige vogels. Een heer met een bolhoed op, aan de hoedrand hangt, pal voor zijn gezicht een groene appel. Een man ziet in de spiegel zijn achterhoofd. Humor. Fantasie. Heldere kleuren. Magritte schiep een wereld van klare beelden, die tegelijkertijd ook raadsels meedragen.
Vanuit mijn nisbankje observeer ik de bezoekers van de tentoonstelling. Een dikbuikige heer staat minutenlang voor een aasgier met een colbertjasje aan. Soms doet de man een stap naar voor, dan weer een naar achter. Even verderop ventileert een yup luidkeels zijn kennis over de schilder. Twee jonge vrouwen kijken dweperig naar hem op. Voor de schilderijen hebben ze amper oog.
Een vrouw in een zwart broekpak komt de zaal binnen. In marstempo loopt ze langs de Magrittes. Bij het laatste schilderij kijkt ze mijn kant op. Voor ik me kan voorstellen hoe Magritte haar geportretteerd zou hebben, ploft ze naast me neer op de krappe zitbank.
'Vreselijk,' zegt ze. 'Wat een provinciaals amateurtje. In de ruimte hiernaast hangt Dali, de haute cuisine van de surrealistische schilderkunst. Daarbij vergeleken is deze René Magritte maar een zak patat.' Met een klets laat ze haar hand op mijn bovenbeen vallen. Traag wrijft ze over mijn broek.
'Die brede gele in een puntzak, met veel zout en een klodder van die bleke mayonaise?' vraag ik.
'Precies.'
'Daar lik ik anders mijn vingers bij af.'
Ik voel haar vingers verstarren. Ze trekt haar hand terug en gaat staan. De glimmend, groene appel aan haar bolhoed slingert heftig heen en weer.

© Ees de Winter