Internetten en bellen

 
De monteur van UPC zit op zijn knieën in de gang. De storing die zo simpel leek is blijkbaar moeilijker op te lossen dan hij dacht, want hij is al anderhalf uur bezig.
Gisteren belde ik de helpdesk omdat zowel internet als telefoon waren uitgevallen. Vriendelijke heren kreeg ik aan de lijn. Ze wilden mij van alles laten doen wat ik niet kon. Kabeltjes losdraaien die ik helemaal niet kon vinden. Stekkers ergens uit trekken en er dan weer in stoppen. Dat kreeg ik nog wel voor elkaar, alleen het hielp niet.
Ik voelde me zwakbegaafd en in elk geval digibeet, terwijl dat in het dagelijks leven best meevalt. Maar vooral boos en ongelukkig.
De monteur loopt heen en weer tussen de gangkast en het modem in de boekenkast. Ik bied nog maar eens een kop koffie aan, ook al weigerde hij die een uur geleden. Deze keer zegt hij ja.
Waarom wind ik me zo op als ik niet kan internetten en bellen? Ben ik zo afhankelijk van deze techniek dat ik me totaal onthand voel als ik onbereikbaar ben en ook zelf niemand kan bereiken?
De monteur pakt het serieus aan, de volgende anderhalf uur werkt hij nog harder tot alles het weer doet. En ik weet nog steeds niet waarom ik me zo opwind.
's Avonds zegt mijn zoon: 'Moeder, je bent verslaafd. Het zijn gewoon afkickverschijnselen'.
Nu weet ik dus hoe dat voelt.

© Els Ackerman

september 2007