Griep

 
Ik heb het zwaar te pakken volgens mijn vrouw. Niet dat ze mijn temperatuur heeft gemeten, nee, ze vindt me ongelofelijk chagrijnig en dan weet ze voldoende. Griep. Rillend lig ik op de bank en zap me door de avond.
De stem van Marga van Praag dendert over me heen. Met huiveringwekkende opgewektheid interviewt ze gewone Nederlanders voor het NOS-journaal. Zeurende steken teisteren mijn hoofd. Meedogenloos trekt ze spontane antwoorden uit haar slachtoffers. Een kwartier heb ik nodig om mijn tenen recht te krijgen.
Ik doezel weg. Weet niet hoe ik moet liggen: draai en wentel en keer en zie Daphne Bunskoek als rechtsbuiten in het programma RTL Boulevard. De baas zit in het midden en ze moet zo snel praten dat ze de helft van haar woorden inslikt. Onverstaanbaar. Of doen mijn oren het nu ook niet meer? Ach kind, doe iets wat bij je talenten past. Dat is gezonder dan elke dag in een ander jurkje met andere pofmouwtjes te lang en te hard om jezelf lachen, of erger nog om mr. Moskowitz. Weg ermee, zap.
Met schele ogen van de hoofdpijn ontwaar ik Giel Beelen, zap, gevolgd door Ali B. Niets van betekenis komt er onder hun petten uit. Waarom zijn die jongens al maar in beeld? Andere zender. Een soort liefdadigheidavond. Met Bløf. De voorman zing-zegt zich door een lied. Al mijn spieren doen pijn. Nee, nee, flitst het door me heen, één Bono is al erg genoeg. Zap, zap.
Met mijn ogen dicht lig ik op mijn rug. Mijn oren doen het nog want ik herken het kreunjodelen van Trijntje Oosterhuis, zap ..

Griep, ik gun het niemand.
De volgende dag gaat het gelukkig een stuk beter met me: 's avonds lig ik in bad met een Kuifje.

© Dick van den Berg

februari 2008