Gepraat

 
'Daar heeft mijn man gewerkt.'
'Daar heb ik ook eens boodschappen gedaan, daar hebben ze zulke lekkere vis.'
'Daar gaan ze een nieuwe flat bouwen.'
De vrouw naast me wijst me met de regelmaat van de klok op een gebouw. Ze zit rechtop, met de handtas op haar schoot.
We zitten in de bus en hebben een excursie door Rotterdam. Een architect van het Gilde van Rotterdam vertelt ons wat we zien.
Ik vind het geweldig: het is mijn eigen stad, maar door het commentaar van de architect en omdat ik niet op het verkeer hoef te letten lijkt alles nieuw en bekijk ik mijn stad met andere ogen. Ik maak er een spelletje van om te schatten hoe oud een wijk is: jaren vijftig (kaal, sober), vooroorlogs (statige panden, buiten het centrum), recent (dat heb ik zien bouwen). De architect vertelt door de intercom het antwoord.
Als ik het antwoord tenminste hoor, want de stoorzender naast me praat vaak door het commentaar heen. Mijn buurvrouw luistert niet, die heeft haar eigen beleving en vindt het kennelijk leuk om dat met mij te delen. Het valt haar niet op dat ik daar anders over denk, hoe ik ook probeer haar met milde dwang op andere gedachten te brengen. 'Ja, ja', helpt niet. 'Even stil zijn', ook niet. Zelfs handgebaren hebben op haar niet de gewenste invloed.
Ik leg me bij de situatie neer en besluit me niet langer door haar gekakel af te laten leiden. Ik kijk naar buiten en volg het verhaal van de architect zo goed mogelijk.
'Daar zijn mijn kinderen op school geweest. Het was zo'n goede school.'
'Daar heb ik zelf gewerkt, toen was ik nog lerares Engels.'
'Daar hebben we gewoond, toen we net getrouwd waren.'
De excursie zit er op.
Ze geeft me een hand: 'Bedankt. We hebben fijn gepraat.'

© Joke Tacoma

december 2008