Gepiepeld

 
Ik ben een crimineel. Tenminste, volgens V&D in Rotterdam. En ook de Bruna in Groningen, Pipoos in Den Haag en het Kruidvat in Landgraaf nagelen me aan de schandpaal. Overal waar ik aan het winkelen ben, word ik uitgemaakt voor dief.
Zodra ik door een antidiefstal-poortje naar binnen loop, breekt de hel los. Schril gepiep dat door merg en been gaat, doet iedereen in een straal van tien meter opkijken. Naar mij.

Eerst schrik ik zelf even hard en kijk onschuldig om me heen. Maar na een aantal keren is die blik op en kijk ik betrapt, wat mijn situatie er niet geloofwaardiger op maakt.
Een poosje los ik het op door naar de dichtstbijzijnde caissière te kijken, die me dan naar binnen wuift met een blik van verstandhouding: 'ik weet dat je piept, dus heb je straks niks gestolen'. Even later kan ik er dan tussenuit piepen zonder dat de bedrijfskleerkast me in de kraag vat. Maar leuk is anders. Als ik een winkel niet per se in hoef, doe ik dat niet meer. Mijn bankrekening vaart er wel bij, maar mijn plezier in funshoppen is voorbij.
De verkoopster van de Bruna wil me helpen. Ze haalt mijn tas over haar scanner. 'Ik hoor geen piepje, dus je spullen zijn het niet. Dan zit het in je kleren. Of schoenen. Het gaat vaak om een piepklein stripje,' legt ze meelevend uit.
Mijn jurkje, denk ik, dat is het nieuwst. Maar nadat ik in andere outfit de bellen weer laat rinkelen, beschuldig ik mijn gympies. En als ik die de volgende piepsessie ook niet draag, weet ik het niet meer.

Ik ben getraumatiseerd. Durf geen winkel meer in. Wie zegt dat ze niet denken dat ik in de vórige winkel iets heb gestolen?
Wanneer ik zelfs in de bibliotheek tegen de lamp loop, zet mijn radeloze blik de toegesnelde beveiliger aan tot een daad van grote compassie. Eerst laat hij me zonder tas door de poortjes lopen. Geen piep. Dan met tas. Píep. Eén voor één haal ik alles er uit en hou het tussen de poortjes. Het is uiteindelijk de portemonnee die piept. Wanneer de inhoud op de balie ligt, herkent mijn redder het probleem: de losse metrokaartjes die ik altijd bij me heb voor visite van buiten de stad. Daar zit een etiketje in van aluminiumfolie dat alarmpoortjes kán laten piepen.
Ik ben alweer maanden piepvrij, maar voor het leven geconditioneerd: loop ik door een antidiefstal-poortje, hoor ik een piep. In mijn hoofd. En dat is ook niet fijn.

© Styn Haanstra