De Dikke en de Dunne

 
Ze komen de nieuwe combiketel installeren.
Ik ben op mijn hoede, die cv-mannen ken ik nog van eerdere verbouwingen. Met boren van één meter lang banen ze zich splinterend een weg door de dikste balklagen. Na afloop zitten er leidingen op plaatsen waar ik ze niet had willen hebben.

Klokslag acht uur staan ze op de stoep. Twee stresshanen van begin dertig. De één, gezet en met dun sluik haar commandeert de ander. Die lijkt op Stan Laurel: voortdurend een lichtverbaasde blik in de ogen. De Dikke en de Dunne.
Na mijn uitleg over hoe ik het wil hebben gaan ze op zolder aan de slag.
Om half negen is er heftig gebrul boven, de Dikke haalt venijnig uit: "Die had je allang uit de auto moeten halen. Schiet op man. Haal die klere dingen." De Dunne mept fel terug. Als ze tegen elkaar te keer blijven gaan beklim ik de trap: "Hallo mannen, houden jullie het nog een beetje leuk?"
"Ach meneer, we schelden nooit op elkaar als we ruzie maken, dus dat valt wel mee." Ik knik en vraag of ze koffie willen. Over een half uurtje graag.
Bij het tweede kopje doen mijn vrouw en ik mee. Ze tuimelen over elkaar met verhalen. Praten steeds harder. Naar elkaar luisteren zit niet in hun repertoire.
De Dunne houdt van vissen. Ja vissen is leuk vindt ook de Dikke, maar je moet het niet overdrijven met een hengel van 1500 euro. Er gaat niets boven nachtvissen in het Lage Bergse bos, vindt Stan Laurel. Biertje erbij. Languit op de stretcher in je tentje. Drie hengels buiten met een pieper er op voor als je beet hebt.
"Soms heb je wel eens een biertje teveel op," bekent hij. "Had ik gewed dat ik op zo'n Schotse Hooglander zou klimmen. Nou, die kunnen agressief worden, mevrouw, dan zijn die horens ineens giga-groot." Mijn vrouw kijkt verbaasd. Zijn maat gaat erover heen: de bekken van die karpers zijn enorm: handen tonen de omtrek van een ontbijtbordje. En bij het vissen op meerval in Frankrijk, dan zie je ineens zó'n kop voor je: handen uit elkaar ter grootte van een volle vuilniszak. De Dunne instrueert haar: bij een snoek niet het haakje uit zijn bek halen, knip de lijn maar door. Díe hebben tanden.
"Wat ook leuk is: koeien omduwen," overtroeft de Dikke zijn collega.
"Koeien omduwen?" vraag ik.
"Ja die staan te slapen 's nachts in de wei. Dan sluip je ernaar toe en hoepla. Komen ze daarna achter je aan. Zijn ze pissig."
Om kwart over elf zijn ze klaar. Of ik een stofzuiger voor ze heb.
Ik teken hun uren-briefjes. "Ah, dat zijn jullie namen," zeg ik, dus niet het duo..."Jut en Jul," brult de Dunne. "En die nummers rechts boven zijn onze gevangenisnummers," vult de Dikke aan.
Een paar dagen later krijg ik een enquête formulier: Hoe de installatie verlopen is... Met een glimlach maak ik er een prop van.
De nieuwe ketel doet het prima. Het expansievat hangt net niet waar ik het had willen hebben.

© Dick van den Berg

april 2007