Damesroman

 
Op de middelbare school ontdekte ik dat er drie soorten boeken bestaan: keukenmeidenromans, damesromans en literatuur. Alleen de laatste was toegestaan. Nu kom ik niet uit een literair gezin. Mijn moeder las veel en graag, schrijvers die nu vergeten zijn zoals Ina Boudier Bakker en Top Naeff. Daar kon je op de middelbare school niet mee aankomen.

Keukenmeidenromans bestaan niet meer, wel de boeketreeks die bij ladingen in de supermarkt verkocht wordt en chicklit met fraaie roze kaftjes. In de literaire wereld heet dit 'triviaalliteratuur', en uit onderzoek blijkt dat veel hoogopgeleide vrouwen het graag lezen. Damesroman is een term die met de emancipatie verdwenen was, dacht ik. Net als de dame. Tot ik een keer op de radio een boekbespreking van Martin Ros hoorde. Hij besprak een boek van Pauline Slot, en daarbij gebruikte hij de term 'de nieuwe damesroman'. Een woord om de vlag bij uit te steken, zo goed dekt het de lading. Boeken, door vrouwen geschreven, die niet het niveau halen van 'echte' literatuur, maar die bij honderdduizenden verkocht worden aan vrouwen. Nu heb ik onlangs het eerste boek van Pauline Slot gelezen, Zuiderkruis. In het begin was ik zeer geboeid, maar op een gegeven moment had ik genoeg en aan het eind voelde ik me teleurgesteld. Bij Lulu Wang kom ik niet verder dan de eerste bladzij, maar er zijn blijkbaar honderdduizenden die het langer volhouden. Alleen Heleen van Royens 'Gelukkige Huisvrouw' las ik achter elkaar uit.
Zoveel is er dus niet veranderd in de wereld. De nieuwe damesroman wordt verslonden door vrouwen die zichzelf geen dame meer noemen, maar die blijkbaar dezelfde smaak hebben als vele generaties voor hen.

Toch is er een verschil. Op mijn middelbare school telde je niet mee als je niet minstens Multatuli las, Top Naeff mocht niet op de boekenlijst. Ik heb gezien dat Heleen van Royen nu al voorkomt in de uittreksellijsten op internet. Geen docent die haar boeken zal afwijzen. De nieuwe damesroman heeft een grote toekomst.

© Els Ackerman