© The Estate of Charley Toorop
Klik hier voor groter...

Charley

 
Ik heb stalbenen. Languit strek ik ze onder de grote tafel van het museumrestaurant. Buiten plenst het. De regendruppels dansen op de vijver voor de glazen pui. Midden in de waterpartij staat een meterslange kromgetrokken schroef triest te wezen.

Vooral Geen Principes, heet de overzichtstentoonstelling van Charley Toorop (1891-1955) in Boijmans. Expressionistisch, maar meer nog realistisch is het werk van de dochter van schilder Jan Toorop. Mooi zijn de stillevens met de blauwe flessen, de kleurrijke Rotterdamse havengezichten en de fruitbomen. Maar het zijn vooral de portretten die intrigeren: familie, vrienden, boeren, arbeiders en zelfportretten. De ogen die doen het. Bijna altijd grote ogen. Het is of de geportretteerden naar jou kijken in plaats van jij naar hen. Ik weerstond hun intense blikken en keek terug. Het mooist vind ik de boer uit Walcheren: het zweet glimt op zijn gelaat, zijn knoestige hand ligt noodgedwongen stil. Bij de imposante kop van Charley's vader, golvend grijs haar en brede kaken, vroeg ik me af waarom juist hij met halfgesloten ogen naar beneden wegkijkt. Van de zelfportretten doen de vroegste Stalinistisch aan, de latere zijn doorleefder, met als hoogtepunt die uit 1942 met zwarte hoed en voile.
Na twee uur schuifelen, stilstaan en intensief kijken liep ik naar het restaurant. De Charley Tooropogen prikten in mijn rug.

In het glazen restaurant overstemt het gekletter van servies en bestek het rondgonzende gepraat. Ik sluit mijn ogen.

Op mijn netvlies dansen grote ogen net zoals de regendruppels op de vijver in de museumtuin.
'U ging helemaal op in de tentoonstelling zag ik.' Een vrouw kijkt me aan. Ze heeft een pagekapsel, met een duidelijke scheiding in het midden. Veertig schat ik haar. Ze draagt een blauwe hobbezakoutfit. 'Charley zette haar kinderen en geliefden op het tweede plan, haar werk prevaleerde; ze vond dat ze anders geen grote kunstwerken kon maken. Was het dat waard?' Met grote ogen kijkt ze me vragend aan.
'Is dat wel zo?' vraag ik. 'Maakte ze zich zelf dat niet wijs of liet ze zich dat aanpraten? Misschien heeft ze hen wel meer gegeven dan de doorsnee theepotmoeder.'
Haar ogen lichten op. 'Amerikanen noemden haar lady Van Gogh, om haar hoekige boeren en arbeiders.'
'Bij Van Gogh zie je murw geslagen figuren,' reageer ik, 'bij haar felle strijdbare mensen. Laten we het maar gewoon op Charley Toorop houden. Vincent en Charley zijn twee geheel eigen grootheden. Verwant in onderwerp, maar toch uniek.'
De vrouw kijkt me fier aan. Dan vervaagt ze.

Ik doe mijn ogen open. Vlakbij me aan tafel zit een oudere vrouw. Statig. Springerig grijs haar. Ze heeft een witte regenjas aan. Bijna hemels kijkt ze naar de wolkbreuk buiten, waar de gebogen schroef zich verschuilt achter een regengordijn.
'Het lijkt wel,' zegt ze, 'of de regendruppels tegenwoordig groter zijn dan vroeger.'

© Ees de Winter

oktober 2008