Brigitte Bardot

 
In de voorkamer van oma stond het dressoir. Groot en glanzend. De drie laden in het midden waren een goudmijn, uren kon ik er in grasduinen. De bovenste was een besteklade, er lagen geen lepels en vorken in, maar spulletjes van mijn overleden grootvader: zijn portefeuille, een benen leesbril met ronde glazen en een pijp met een afgekloven steel, die net zo meurde als het riool. De onderste zat stampvol familiefoto's die kriskras door elkaar lagen. Zelfs van de oude portretten wist ik wie ze waren, oma had mij alle geschiedenissen verteld.
In de middelste lade vond ik haar. Begraven onder blocnotes, enveloppen en briefkaarten. Brigitte Bardot. Ze poseerde voor een helblauwe achtergrond. Eén genaaldhakte voet troonde op de ronde zitting van een driepootkrukje. Haar petticoat was ruim boven de gebogen knie opgeschoven. Achter het been dat op de grond stond, reikte de rok tot onder de knieholte. Zwarte netkousen werden met jarretelles opgehouden. Tussen de kous en een lichtblauw kanten broekje, waarvan net een glimp zichtbaar was, zag je een stukje bloot been. Prachtig roze.
'Waarom zit deze kaart niet tussen de andere filmsterrenfoto's in de winkel?' vroeg ik.
'Een tikje te gewaagd, dat blote bovenbeen en die diep uitgesneden hals,' antwoordde oma, die overigens verre van preuts was. Zo gordde ze 's morgens, midden op de overloop, haar korset aan. Terwijl haar mollige vingers de minuscule haakjes aan de oogjes vastmaakten, vertelde ze het winkelmeisje wat er die dag allemaal moest gebeuren. En als op zaterdagavond haar broers een glaasje kwamen halen, liet oma, als ze op het toilet zat, de gang- en de wc-deur wagenwijd open, om maar niets te missen van de gesprekken over handel en politiek. Als ze plaste leek het of een helder klaterende bergbeek door de woonetage boven de winkel stroomde.
'Het is toch een mooie foto?' Ik keek haar niet begrijpend aan.
'Ja,' beaamde ze, 'hij heeft ook in het rek gestaan. Sjaan van der Pols heeft hem daar ontdekt. Ze zei, dat ze niet meer kwam, als ik zulke schunnige plaatjes verkocht. Sjaan koopt zeker honderd dorpsgezichten en wenskaarten per jaar, plus nog eens 52 rollen King pepermunt.'
Vaak bekeek ik de foto.
Ook oom Aart pakte regelmatig de ansicht uit de dressoirla. Hij was geen oom van mij, maar van oma. Opvallend klein was ie, en stokoud. Altijd droeg hij hetzelfde zwarte kostuum, dat op de billen en ellebogen slijtplekken vertoonde. Op zijn buik hing een gouden horlogeketting. Hij speculeerde op de beurs en was organist. Meer dan vijftig jaar had hij het orgel tijdens de kerkdiensten bespeeld. Naarmate hij ouder werd ging hij steeds langzamer spelen. Stille wenken om het kerkorgel aan een jonge organist te laten, negeerde hij. De samenzang met orgelbegeleiding van oom Aart werd een aanfluiting. De kerkenraad moest hem uiteindelijk wel van de orgelbank halen. Voortaan zat hij mokkend naast oma in de kerk.
Oom Aart staarde altijd langdurig naar de Française. 'Het is toch verschrikkelijk,' mompelde hij als oma hem de ansicht uit handen nam.
Plagerig zei ze dan: 'U heeft thuis uw eigen BB.' Twee bustes had hij op zijn orgel staan, links Beethoven en rechts Bach. Beethovens neus was beschadigd. Bach was nog gaaf.
'Geen profeet of apostel was zo groot als Bach,' placht oom Aart te zeggen.

'Heeft u BB ergens anders gelegd,' vroeg ik oma. Het was de eerste dag van een logeerpartij bij haar.
'Ik kom nooit in die la. Heb je wel goed gekeken?'
Voor de zesde keer haalde ik de hele la leeg. 'Hij is foetsie.'
'Oom Aart staat ook regelmatig met dat portret in zijn hand,' zei oma, 'misschien heeft hij hem per ongeluk in de verkeerde la teruggelegd.' Ik haalde de andere laden ook helemaal leeg. Brigitte bleef onvindbaar. Oma had een donkerbruin vermoeden. Ik ook.
Zondag in de kerk stootte ze me aan. Ze zette grote ogen op en keek nadrukkelijk naar oom Aart zijn psalmboek. Eerst zag ik het niet. Het boek lag opengeslagen bij de laatst gezongen psalm. Oom Aart zat te knikkebollen. Vragend keek ik naar oma. Die glimlachte. Ze bleef naar het boek kijken. Ineens zag ik het ook, uit de goudgerande bladzijden schoof langzaam het onderbeen van BB tussen de psalmen vandaan. Steeds sneller gleed de filmster weg; Oma ving haar op. Oom Aart schrok wakker. Hij werd vuurrood. Brigitte verdween in oma's handtas.

Kees de Wolf vroeg of ik na schooltijd met hem meeging. Hij wilde me iets laten zien.
'Wat dan?' vroeg ik.
Hij haalde zijn tong traag langs zijn lippen en lachte geheimzinnig.
Op zijn kamer sloeg hij een oude atlas open. Ze lagen tussen Brazilië en Argentinië. Naaktfoto's. Niets te raden overlatende zwartwit prenten. Van het papier keken de blote meiden me met hun vissenogen aan.
'Geil, hè?' Kees kneep zijn ogen samen.
Ik haalde mijn schouders op. 'Je houdt toch wel van meisjes?' Kees keek me aan of ik stonk.
'Tuurlijk. Maar dit is niks. Brigitte Bardot, dat is pas een stuk man.'
Nu was hij het die zijn schouders ophaalde.
Die nacht stond ze naast mijn bed. Eén genaaldhakte voet op mijn bureaustoel. Haar petticoat was tot ver over haar gebogen knie opgetrokken. Ze droeg zwarte netkousen, die met een jarretel werden opgehouden. Tussen de kous en het lichtblauwe kant, zag je een stukje roze been. Haar grote ogen glansden.
Ik verdronk er in. Blauw. Alles werd blauw. Helblauw.
's Morgens was ze verdwenen.
De volgende keer dat ik oma bezocht, liep ik direct naar het dressoir. Het was zeker al vijf jaar geleden dat ik BB voor het laatst in mijn handen had. Ze was er niet meer. Ik haalde de drie laden helemaal leeg. Spoorloos.
'Zoek je wat?' vroeg oma.
'Brigitte Bardot.'
'Die ligt daar niet meer.'
'U heeft haar toch niet weggegooid?'
Oma schudde haar hoofd. 'Ze ligt op het kerkhof.'
'Kerkhof?'
'Bij oom Aart. Hij raakte niet uitgekeken op die foto. Ik heb haar bij hem in de kist gelegd.'

© Ees de Winter

februari-april 2008