Blauw

 
Het water in de singel voor mijn huis is blauw. Middellandsezeekleur. De bomen aan de overkant zijn donker blauwgroen. Het gras is viesgroen. Als de zon schijnt oogt het blauw nog wel vrolijk. Maar ik begrijp ineens dat de Amerikanen van iemand met een depressie of een rothumeur zeggen: hij is in een blue mood. Zonder zon springt de depressie bijna op je nek.

'Ik word hier helemaal gek van', zegt mijn buurvrouw. Ze is het grootste deel van het jaar in het buitenland, maar nu loopt ze somber en chagrijnig door de hal beneden om de post op te halen.

Onze flat staat in de steigers. Zonder waarschuwing van de huisbaas staan de steigerbouwers op de stoep, en in een dag zijn we van buitenaf onzichtbaar geworden. Steigers van onder tot boven, behangen met donkerblauwe plastic lappen. Je kunt er doorheen kijken, maar de wereld is blauw geworden.

In de bibliotheek lucht ik mijn hart tegen een vrouw die kuchend achter de balie zit.
'Betonstof', zegt ze. 'Acht maanden zijn ze bezig geweest, en het zit nog in mijn longen.'
'Bij mijn huis gaan ze ook iets doen, geen idee wat, maar die steigers blijven twee maanden staan. Volgens de tamtam tenminste.'
'Dat zeiden ze bij ons ook, en het werden er acht.'
'Ook met dat blauw?', vraag ik.
Haar antwoord is bevestigend.

In de tram valt me op hoeveel gebouwen in de stad in de steigers staan. Meestal blauw. Grijs ook. Maar op de Kruiskade zitten ze achter het paars. Het kan dus nog erger.

© Els Ackerman

juni 2008