Broodbakmachine

 
Aangestoken door vriendinnen roept mijn vrouw dat een broodbakmachine tegenwoordig onmisbaar is in het huishouden. Al haar collega's eten zelfgebakken brood. En haar komende verjaardag geeft mij de kans om dit apparaat aan te schaffen.
'Wat een rolbevestigend cadeau,' hoon ik. Mijn opmerking wordt vriendelijk weggewuifd. Ik ben een oude zeur. Ik moet me voorstellen hoe die heerlijke geur van versgebakken brood 's ochtends het huis vult.
Nu behoort mijn vrouw niet tot het type 'huisvrouw die gezellig taarten bakt', dus ik houd mijn hart vast.
Ik ken het brood uit de broodbakmachine. Vol trots is het mij bij verschillende gelegenheden aangeboden door vriendinnen. Van de vreemd gevormde homp brood snijden ze met een broodmes moeizaam een dik stuk af. In het stuk zit een gat. Dat komt door de deeghaak in de machine. De smaak is net niet wat het moet zijn.
Gevorderde broodbaksters verrassen mij met buitenissige varianten. 'Hier, proef dit eens, tomaten-uien brood.' 'Deze is ook heerlijk, geitenkaasbrood.' 'Ken je bierbrood? Zalig!'
Rare, vieze smaakjes. Brood hoort gewoon brood te zijn. Voor de beleefdheid knik ik altijd vriendelijk. Als ik tomaten op mijn brood wil, doe ik die er zelf wel op. Alles wat conservatief is in mij steekt de kop op: brood bakken, dat is werk voor de bakker.

De eerste keer is spannend. Het apparaat werkt en het brood is te eten. Leuk, volgende keer meel van de molen proberen. Na zeven keer bakken valt de productie stil. Veel gedoe toch elke keer. De lol is eraf voor mijn vrouw. De machine staat nog een paar weken op het aanrecht, dan verhuist hij naar de gangkast, want het ding is te groot voor een keukenkastje. Daar staat hij nu al een paar maanden. Niemand mist hem. En we hebben weer ruimte op het overvolle aanrecht, naast het koffiezetapparaat, de Senseo en het espresso-apparaat.
's Ochtends eet mijn vrouw in vliegende haast een paar volkoren boterhammen van de bakker op de hoek. 's Avonds uit de diepvries, 's ochtends heel even in het broodrooster, hm, wat een heerlijke geur. Na een snel kopje oploskoffie springt ze in de auto en weg is ze.
Ik hou van haar.

© Dick van den Berg

oktober 2005