Bord

 
'Ik wil niet meer bij u eten,' zeg ik.
Oma kijkt me verbaasd aan. Ze zit zijlings op haar stoel en houdt Max een diep boerenbont bord voor. Na iedere warme maaltijd schept ze de overgebleven groenten en aardappelen op haar bord en overgiet die met jus. Vol ongeduld wacht Max al kwispelend en kwijlend tot ze daar mee klaar is. De hond schrokt het bord in een ommezien leeg, waarna hij het omstandig schoon likt. Ondertussen praat oma aan één stuk in korte zinnen tegen het dier; 'Dat vinden we lekker, hè. Hij is toch zo'n grote jongen. Ouwe slokop van me...'
'Dat is toch hartstikke vies oma. Misschien moet ik morgen wel van dat bord eten.'
'Er is niets zo zuiver als een hondentong, kind. Als mijn vader een wondje had liet hij het door de hond schoon likken.'
'Max heeft vanmiddag heel lang aan de drol van een andere hond staan snuffelen en hij stak zijn snuit steeds onder Mops haar staartje,' zeg ik met schrille stem.
Oma vindt gelukkig een oplossing, zoals ze overal wel raad voor weet. We moeten er allebei toch niet aan denken dat ik niet meer bij haar zal komen eten. Ik krijg een eigen bord. Een heel mooi bord, met de afbeelding van een rode raceauto op de bodem.

Bedachtzaam likt Floortje de yoghurt van mijn bord. Zijlings zit ik op mijn stoel. Voorovergebogen, mijn armen steunend op mijn bovenbenen, houd ik haar het bord voor. Dat doe ik al kletsend; 'Dat smaakt, hè? Ze is toch zo'n brave meid. Lekker stuk van de baas...' Het is traditie geworden, na het eten schenk ik wat yoghurt op mijn bord en voer die aan Floortje. Oma is er niet meer, maar nu, vele jaren later, geef ik haar alsnog gelijk, niets zo zuiver als een hondentong.
Mijn vrouw en dochter hebben het lange tijd misprijzend gedoogd. Tot vandaag.
'Weet je waar Floortje vanmiddag mee in haar bek liep?' vraagt mijn dochter op hoge toon. 'Een half vergane snoek die ze uit de Blaak viste. En nu eet ze van jouw bord en morgen eet ik er misschien van. Dat is toch goor.'
'Ees, je moet er mee stoppen,' valt mijn vrouw haar bij.
Het ligt op het puntje van mijn tong: niets zo zuiver als een hondentong. Ik slik het in, want als ik ze tegenspreek, krijg ik ze helemaal over me heen.
'Erger nog,' zeg ik daarom. 'Vanmorgen kwam Kees Kuyl buurten. Zijn wangen glinsterden van de aftershave. Floortje heeft ze afgelebberd. Nog steeds walmt Kees zijn penetrante luchtje uit haar bek.'
Mijn vrouwen staren me verbijsterd aan.

Ik heb weer mijn eigen bord. Niet zo'n mooie als bij oma. Het is er één van het doordeweekse servies. Mijn dochter heeft het bord gemerkt. Op de onderkant schreef ze met een watervaste stift, Hondenbord.

© Ees de Winter