Argeloos

 
Ik sta in het Stedelijk Museum in Amsterdam, letterlijk oog in oog met de foto's van Rineke Dijkstra. Wat raakt me nu zo? De leeftijd van de gefotografeerden. Jonge gezichten, soms gepukkeld, die recht en rustig in de camera kijken. Soms weten ze zich geen houding te geven. Het doet me denken aan de tijd dat ik zelf zo oud was. Onzeker, onhandig met mijn lichaam, ongewis van de toekomst.
De jonge mensen op de foto's zijn dat ook. Ze weten wat ze hebben, niet wat ze krijgen. Dat maakt ze argeloos. Als deze jongeren al gebutst zijn, dan is dat voornamelijk in het gezin en op school gebeurd. Wat overigens beide keihard kan zijn. Je ziet ze verlangen naar de tijd daarna, een wereld waaraan ze hebben geroken, maar die ze nog moeten ervaren.
Ze hebben vertrouwen in de toekomst. Vrijheid. Het beter doen dan hun ouders. Die argeloosheid raakt me. Zo was ik ook, maar ik ben het kwijtgeraakt.
Rineke heeft een serie gemaakt van een jongen die soldaat wordt in het Israëlische leger. Op de eerste foto is hij ongeveer vijftien jaar, op de laatste rond de drieëntwintig. Op de eerste foto zie je zijn openheid. Gaandeweg verandert dat, wordt de blik meer gesloten. Met de verandering van zijn ogen zie je ook de pijn die hij gezien en geleden heeft. Op de laatste foto zie je een jonge man die weet wat er in de wereld te koop is. En wat niet te koop is. Je leest het in zijn ogen.
Of leg ik dat er allemaal in? Is het mijn eigen argeloosheid? Is het mijn eigen pijn? Heb ik dan zoveel pijn geleden? Welnee. Maar die foto's laten haarfijn zien wat deze jongeren nog voor de boeg hebben: het leven zelf.

© Joke Tacoma

februari 2006